Invoering van algemeen kiesrecht
Op 26 augustus 1894 wordt de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) opgericht die de kiesrechtkwestie in de politiek serieus op de agenda zet. De partij wil dat het kiesrecht uitgebreid wordt tot een algemeen kiesrecht, zodat ook werklieden en vrouwen het recht krijgen om te kiezen. Op deze manier hopen de sociaal-democraten de rechtsongelijkheid van de klassen teniet te doen.
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht
Bij steeds meer vrouwen groeit de onvrede dat zij nog altijd geen stemrecht hebben. Op 5 februari 1894 wordt daarom de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht opgericht. Aletta Jacobs is de voorzitter van de afdeling Amsterdam. De Rotterdamse oud-onderwijzeres en hoofd van de Openbare Meisjesschool voor Uitgebreid Lager Onderwijs in Rotterdam, Maria Wilhelmina Hendrika (Mietje) Rutgers-Hoitsema (1847-1934), wordt daarbij tot secretaris gebombardeerd. Zelf heeft zij de nodige twijfels omdat ze het, naar eigen zeggen, al zo druk heeft, maar het belang van het vrouwenkiesrecht weegt zwaarder. In Rotterdam wordt ze presidente van de eerste afdeling. Een jaar later is ze de drijvende kracht achter de oprichting van de Vereeniging ter behartiging van de belangen der Vrouw te Rotterdam. In 1898 organiseert ze onder meer geruchtmakende lezingen over de intellectuele capaciteiten van vrouwen.
Ook inzet voor arbeidsomstandigheden
Mietje zet zich met hart en ziel in voor de verbetering van de maatschappelijke en wettelijke positie van de vrouw. In 1895 richt zij de Rotterdamsche Buurtvereeniging ‘Ons Thuis‘ op, met als doel de ontwikkeling van vrouwen en kinderen en gezinnen uit de arbeidersklasse te bevorderen. Ook wordt zij eind jaren negentig lid van de SDAP. Binnen de SDAP pleit ze tegen de bijzondere arbeidsbescherming voor vrouwen, omdat het zou leiden tot minder loon voor hetzelfde werk in vergelijking tot mannen. Hierover discussieert ze geregeld met mede SDAP-lid Henriëtte Roland Horst. In 1903 richt ze om die reden het Nationaal Comité inzake Wettelijke Regeling van Vrouwenarbeid op. Als partijleider Pieter Jelles Troelstra de strijd voor de opheffing van klassenverschillen laat prevaleren boven die voor het vrouwenkiesrecht, verlaat zij in 1905 de partij.
De bron is de eerste pagina van het openingswoord dat Mietje Rutgers-Hoitsema heeft uitgesproken ter ere van het 10-jarig jubileum van de Vereeniging ter Behartiging van de Belangen van de Vrouw te Rotterdam. Het archief van de vereniging is overgebracht naar het Stadsarchief Rotterdam en daar in te zien.