Rotterdam en de VOC
De stad Rotterdam is in de 17e en 18e eeuw deelnemer van de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie. De VOC bestaat dan uit vijf Kamers oftewel afdelingen: Kamer Amsterdam, Kamer Zeeland, Kamer Hoorn en Enkhuizen, Kamer Delft en de Kamer Rotterdam. Aandeelhouders brengen geld bijeen om per Kamer schepen te laten bouwen en op handelsmissie naar het oosten te laten varen.
VOC
In 1602 krijgt de VOC het monopolie oftewel alleenrecht van het bestuur in de Republiek om handel te drijven, gebieden te veroveren en oorlog te voeren. Dit recht wordt gebruikt om andere Europese concurrenten dwars te zitten, maar ook om soms met geweld de plaatselijke bevolking in Oost-Indië te dwingen om hun specerijen te leveren. De VOC richt daar handelsposten in en legt de basis voor het latere koloniale rijk.
Werf
Vanaf 1632 is een werf in Rotterdam aan de Scheepmakershaven gevestigd. Behoefte aan nog meer ruimte zorgt in 1685 voor een grotere werf tussen de Oostzeedijk en het Buizengat. in Rotterdam zijn zo meer dan honderd VOC-schepen gebouwd. De werf bestaat uit een helling, loodsen en werkplaatsen. Dit zuidoostelijk havengebied ontwikkelt zich tot scheepsbouwcentrum, want aan de overkant zit 's-Landswerf, de scheepswerf van de Admiraliteit in deze tijd.
Admiraliteit
Wat is de Admiraliteit eigenlijk?