De Rotterdamse haven heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot de grootste haven van Europa. Tot 2004 is het zelfs de grootste haven van de wereld geweest.
Lange tijd is de Rotterdamse haven is een kleine vissershaven. Zoals gebruikelijk ligt de haven bij de stad, in de Nieuwe Maas. In de 19e eeuw geven twee ontwikkelingen de aanzet tot een explosieve groei van haven en stad. Ten eerste wordt de Nieuwe Waterweg gegraven onder leiding van waterbouwkundig ingenieur Pieter Caland. Dit kanaal is noodzakelijk omdat de bestaande routes verzand zijn waardoor schepen alleen via een omweg Rotterdam kunnen bereiken. Op 9 maart 1872 vaart het eerste schip door de Nieuwe Waterweg.
Ten tweede begint Rotterdam vanaf 1869 zijn stadsgrenzen uit te breiden naar omliggende gebieden zoals Katendrecht en Charlois. Ook het eiland Feijenoord wordt Rotterdams grondgebied en de stad kan dit stukje land goed gebruiken voor de aanleg van de spoorlijn, de bouw van huizen en de bouw van nieuwe havens onder leiding van Lodewijk Pincoffs en zijn Rotterdamsche Handelsvereeniging.
Met het lossen van de eerste zeecontainer in 1966 groeit de Rotterdamse haven nog sterker. Hiermee wordt de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de grootste haven ter wereld. In een container worden stukgoederen vervoerd. Vóór de ontwikkeling van containers is het normaal dat alles in kisten of kratten verpakt wordt aangevoerd. Het laden en lossen gaat via containers veel sneller waardoor schepen minder lang in de haven blijven liggen.
De haven van Rotterdam ligt allang niet meer tegen de stad aan, maar ligt, mede door het stijgende containervervoer, de reusachtige schepen van tegenwoordig en de opslag van kolen en olie 50 kilometer buiten de stad: op de Maasvlakte. Welke stad kan nog meer zeggen dat zijn haven zo ver weg ligt?