Wouter Jaspers de havenwerker
De Rotterdamse dertiger Wouter Jaspers werkt als arbeider in de haven en woont aan de Oleanderstraat in de wijk Bloemhof op Zuid. Op 17 januari 1943 wordt er om 1 uur 's nachts bij zijn huis aangeklopt door 3 Duitsers. Zonder enige reden te noemen, dringen ze zijn huis binnen en arresteren ze Jaspers.
Verdacht
Op het hoofdbureau van politie wordt Wouter verhoord en mishandeld. Hij wordt verdacht van het verspreiden van het illegale communistische blad De Waarheid. Wouter, die lid is van de communistische partij Holland, bekent niets en wordt nog geen 2 weken later, op 29 januari, overgebracht naar strafkamp Vught. Ook daar blijft Wouter ontkennen en wordt hij herhaaldelijk mishandeld. Dit vertelt hij aan zijn vrouw die in de winter van 1943-1944 toestemming krijgt om hem te bezoeken. Wouter wordt in Vught na een proces eind maart 1944 ter dood veroordeeld en kort daarop overgeplaatst naar de strafgevangenis in Scheveningen, ook wel het Oranjehotel genoemd. Daar mag zijn vrouw hem nog driemaal een kwartier zien achter de tralies.
Gefusilleerd
Op 20 mei 1944 krijgt zij bericht dat Wouter samen met 5 andere Rotterdammers op de Waalsdorpervlakte is gefusilleerd. In het voorjaar van 1946 worden de lichamen gevonden en herbegraven op Crooswijk.
Hieronder is een link naar een fragment uit Radio Rijnmond waarin het verhaal van Wouter Jaspers wordt verteld door Louisa Balk van het Rotterdams Stadsarchief:
https://www.rijnmond.nl/media/21499/Het-verhaal-van-Wouter-Jaspers