Voor Joden verboden
Drie jongetjes staan met hun opgerolde handdoek voor de ingang van zwembad Schuagt bij Krimpen aan de Lek. Aan het hek is een bord vastgemaakt met de tekst "Voor Joden verboden".
Stap voor stap
Kort nadat de Duitsers Nederland hebben bezet, worden allerlei maatregelen afgekondigd tegen de Joden. Heel geleidelijk worden ze geïsoleerd. Zo mogen ze geen eigen zaak meer bezitten en worden parken, cafés, bioscopen, musea en zwembaden verboden terrein. Leerlingen mogen niet meer naar hun eigen school maar moeten naar een aparte Joodse school. Reizen met het openbaar vervoer wordt verboden. Daarna moeten ze ook hun fietsen inleveren. In mei 1942 wordt dan het dragen van de Jodenster verplicht gesteld.
Het net sluit zich
In de loop van de bezettingsjaren neemt de uitsluiting en vervolging van Joden drastisch toe met verschrikkelijke gevolgen. Vanaf juli 1942 vertrekken iedere week treinen uit Westerbork naar de concentratie- en vernietigingskampen in het oosten. Met 93 transporten zijn ongeveer 107.000 Joden uit Nederland weggevoerd. Slechts 5.000 tot 5.500 gedeporteerden overleven de oorlog.
