Rotterdam wordt bijzonder zwaar getroffen in de Tweede Wereldoorlog. Na de verrassingsaanval op 10 mei 1940 volgt een hevige strijd bij de Maasbruggen waar de Duitse militairen denken snel door te kunnen stoten naar het regeringscentrum in Den Haag.
Bombardement
Na het stellen van een ultimatum, waarin de stad onder druk wordt gezet om zich over te geven, wordt de binnenstad op 14 mei alsnog vernield door het bombardement. Meer dan 1.150 Rotterdammers komen hierbij om en ongeveer 80.000 worden dakloos. Op 18 mei geeft de gemeente meteen de opdracht tot een wederopbouwplan, maar vanwege gebrek aan materialen worden voornamelijk noodwoningen en -winkels gebouwd. Eerst moet, letterlijk, puin geruimd worden en voor kleding en onderdak voor de slachtoffers worden gezorgd. Tijdens de oorlog zullen nog veel andere bombardementen plaatsvinden, ook van geallieerde zijde, zoals het 'vergeten bombardement' op 31 maart 1943.
Jodenvervolging
In het begin lijkt de bezetting mee te vallen, maar gaandeweg neemt de nazificatie toe. Aan alle Joodse Rotterdammers in de stad worden al in 1940 discriminerende maatregelen opgelegd. Dit leidt vanaf juli 1942 tot de massale deportaties via Loods 24 in het zuidelijk havengebied. Van de gedeporteerde Rotterdammers overleven slechts weinigen de vernietigingskampen.
Verzet
Na 1943 wordt duidelijk dat de nazi's de oorlog niet gaan winnen. Als gevolg gaan ze over tot intimidatie en geweld. De tekorten in het land nemen toe en daardoor ook het verzet onder de Nederlandse bevolking. Verzetsgroepen overvallen distributiekantoren om bonkaarten te bemachtigen voor onderduikers. Na D-day denken veel mensen dat de bevrijding aanstaande is en tijdens Dolle Dinsdag op 5 september 1944 ontvluchten vele Duitse militairen en NSB'ers de stad. Helaas kent dat laatste oorlogsjaar nog veel ontberingen en dieptepunten. Op 10 en 11 november worden meer dan 52.000 mannen tussen de 17 en 40 jaar weggevoerd tijdens de grootste razzia van Nederland. De operatie heeft mogelijk te maken met Duitse angst dat de weerbare mannen zich bij de oprukkende geallieerde troepen gaan aansluiten.
Hongerwinter
De achterblijvende bevolking heeft in de strenge winter van ‘44-’45 nauwelijks nog eten en moet de hongerwinter zien door te komen door op het platteland naar voedsel te zoeken. In de Randstad sterven velen de hongerdood. Kinderen, door ondervoeding ook wel bleekneusjes genoemd, gaan naar het noorden en oosten van Nederland en komen bij pleegouders terecht. De nazi's jagen ondanks alles nog op ondergedoken Joden en leden van het verzet. Ook onschuldige burgers worden gefusilleerd als represaille tegen het liquideren van nazi's door het verzet.
Bevrijding
Geallieerde voedseldroppings bij onder andere Terbregge zorgen vlak voor het einde van de oorlog voor verlichting. Op 5 mei 1945 capituleren de nazi's, in Rotterdam geven zij zich pas over als de geallieerden de stad binnentrekken en dat is op 8 mei.