Lyceum voor Joodse leerlingen
Met ingang van 1 september 1941 mogen Joodse leerlingen niet meer naar hun oude openbare school, maar moeten zij naar speciaal ingerichte Joodse scholen. Het gemeentelijk lyceum voor Joodse leerlingen in Rotterdam wordt opgericht. De school is onder meer gevestigd in de Jeruzalemstraat en aan de Speelmanstraat in een pand waarvan de bovenverdieping is weggebombardeerd. Op de website van Joods Erfgoed Rotterdam staat dat 39 leerlingen op deze school zijn ingeschreven. Een van die leerlingen is waarschijnlijk Carry Ulreich, zoals is te herleiden uit haar dagboek dat onder de titel ’s Nachts droom ik van vrede is gepubliceerd. De school heeft tot maart 1943 bestaan; op dat moment zijn alle leerlingen of gedeporteerd of ondergedoken.
Docenten van het Joods Lyceum
Op de foto is het docententeam van de school geportretteerd.
Van links naar rechts zitten M. Winkel (tekenen), M. van Rees (wis-, natuur- en werktuigkunde), mej. M.H. Pool (Engels), mej. E. Sanders (gymnastiek), mej. H. de Beer (Duits), I. Spanjar (Frans), rector S. Wijnberg (klassieke talen), S.S. Noach (Duits). Van links naar rechts staan E. Stein (klassieke talen), J.G. Gotlieb (aardrijkskunde), J.Ph. van Praag (Nederlands), J.J. Vleeschhouwer (scheikunde), De Groot (oude talen), J. Brandel (handelswetenschappen), E. Hamburger (geschiedenis/staatsinrichting).
Rector Simon Wijnberg
Naast leraar klassieke talen is Simon Wijnberg ook rector van de school. Wijnberg komt op de (speciale) Lijst Frederiks terecht en gaat naar huize De Biezen in Barneveld. De Lijst Frederiks komt voort uit het Plan Frederiks- toenmalig minister van Binnenlandse Zaken - en is opgezet om vooraanstaande Joden te beschermen tegen deportatie. In september 1943 wordt Wijnberg met zijn gezin naar Westerbork overgebracht. Daar verblijven ze met andere Joden van de lijst in een aparte barak, Barak 85. Alhoewel ze zijn vrijgesteld van deportatie, worden ze hier niet op een andere manier behandeld dan de andere Joodse gevangenen. Een deel van de groep vooraanstaande Joden wordt na Westerbork naar Theresienstadt in Tsjechië gebracht. Vanaf daar gaat een groot deel naar Zwitserland, waar ook Wijnberg en zijn gezin in februari 1945 aankomen. Na de oorlog keert het gezin weer terug naar Rotterdam.
