De bron
Naast 'Rotterdam en omstreken' maakt Temminck deze tweede kaart van Rotterdam zelf in 1839.
Sinds de verschijning van de vorige kaart (in 1800 door Munro) is het gebied van de gemeente behoorlijk uitgebreid. De gemeente Cool is ingelijfd, West-Blommersdijk en Oost-Blommersdijk en Rubroek staan nu voor het eerst op een plattegrond. De uitbreiding van de stad in noordelijke richting, langs de Schie, is apart weergegeven (linksboven).
Nauwkeurigheid
De op het Kadaster gebaseerde kaarten hebben een nauwkeurigheid die een enorme vernieuwing zijn. In de eeuw na de invoering van het Kadaster zijn vrijwel alle kaarten daarop gebaseerd, tot de luchtfotografie die daarna deze positie grotendeels overneemt.
Dichte bebouwing
Door de zeer dichte bebouwing van de binnenstad kan Temminck, door het ontbreken van gegevens daarover, niet overal de onbebouwde gedeeltes van de percelen weergeven, maar alleen de kadastrale perceelgrenzen. Het grondgebruik buiten de singels is op de kaart veel gedetailleerder aangeduid. Met name van de tuinaanleg wordt een mooi beeld gegeven.
Een belangrijke bron
Op de kaart worden zeer veel straten, stegen en wateren, openbare gebouwen, bedrijven en buitenplaatsen weergegeven. Die aanduidingen, in combinatie met de zeer precieze kartering, maken deze kaart tot een zeer belangrijke bron van kennis van Rotterdam aan de vooravond van de ingrijpende veranderingen, die de stad in de 19e eeuw zou ondergaan.