Son dreicht ons vrij met duisternis
Schuilt achter wolken bloode,
Soolanck noch Anna met ons is,
Sijt ghij er niet van node.
P.C. Hooft.
Op de prentbriefkaart is een vrije bewerking van een strofe uit een gedicht van P.C. Hooft geschreven. Zou de kaart aan ‘Anna’ gericht zijn of aan iemand anders?